Skip Navigation

www.chinareis.net - Bangkok


Thailand


Small map of Thailand



Gouden Boeddha

Gouden Boeddha


Thaise Monnik

Thaise Monnik


Dag 4 - Maandag 18 september



Bangkok

Langzamerhand komt er weer leven in de brouwerij, gordijntjes gaan omhoog en laten de nieuwe dag binnen. De zonsopgang is net niet te zien, maar later wel een hemelsblauwe zee bezaaid met wolken als helderwit schuim. In de hogere regionen zeilen rafelige windflarden langs.
Er wordt een voortreffelijk ontbijt rondgediend. Ik zie een paar nieuwe stewardessen onder de bemanning, kennelijk tweelingen, met een Indonesisch uiterlijk. Buiten is inmiddels alles dichtgetrokken, het ziet er niet al te veelbelovend uit. De klok moet weer drie uur vooruit, het blijkt nu opeens 10 uur te zijn.

Om 11 uur landing in Bangkok. Eindelijk dan het doel bereikt. Formaliteiten nemen enige tijd in beslag, maar eindelijk zitten we dan in de bus die ons naar het Narai hotel zal brengen. Een allerliefst Thais meisje geeft uitleg en fungeert deze dag als onze gastvrouw.

Lotusbloemen

Lotusbloem

Water langs de kant, lotusbloemen, rood en crèmekleurig, de grote ronde bladeren steken boven het watervlak uit. Bananen, kokospalmen en allerlei exotische bloemen tussen armoedige optrekjes. Jongetjes baden in de vijvers, een echtpaar loopt tot hun middel in het water om stengels af te snijden van een eetbare waterplant. Langs de weg grazen een paar waterbuffels. Een man met koopwaar aan een lange bamboestok over z'n schouder sjokt de winkeltjes langs.

Dan voert de bus ons langs de rijkere buurten, veel verkeer, vrachtwagens volgestouwd met werklui, schoolbusjes met vrolijke meisjes. Veel lege plekken, veel kale bouwterreinen en overal hijskranen. Er wordt hard bijgebouwd. Hotel Narai. Super de luxe. De kamer ziet uit op een drukke straat en een zee van huizen. Het straatlawaai dringt duidelijk tot hier door.

Tempeltocht

Om half drie staan we in de hal klaar, voor de tempeltocht - het enige dat we er na deze vertraagde aankomst nog uit kunnen peuren -. We zullen drie van de 300 "Wat" bezoeken. In de bus begint al de uitleg van wat we te zien zullen krijgen. Ons aardig gastvrouwtje stelt zich voor als Wanna en legt verlegen lachend uit dat dit een "blanke huid" betekent, zoals alle namen in Thailand een betekenis hebben. Wanna vindt dat haar teint niet beantwoordt aan de naamgeving, maar ik vind haar een beeldschoon met haar slanke figuurtje en mooie zwarte haar. En haar vriendelijke lach.

Gouden Boeddha

Eerst gaan we naar de "Wat Trimitr" waar de onlangs ontdekte Gouden Boeddha te zien is. Het beeld was vroeger bedekt met cement uit angst voor diefstal. Het is een kleine tempel, of liever een klooster, er wordt geen God aanbeden. Klein maar fijn. Als onze eerste oosterse Wat maakt het veel indruk. De liggende Boeddha in de "Wat Pho" is van een wat grover kaliber. Lui ligt hij daar in z'n volle 45 m. lengte, een gouden gestalte, die met recht op grote voet leeft; we kijken op een paar kunstig met paarlemoer bewerkte voetzolen van fors formaat, lopen langs het vergulde lichaam en zien boven ons een enorme kop glimlachend de wereld in blikken.

We komen ogen tekort om alles op te nemen, het terrein met de veelkleurige pagodes, de "chedi" met hun langgerekte spiralen die de lucht in priemen, de koopvrouwtjes, rondscharrelende kippen en de in oranje gehulde monniken met hun kale hoofden. (zo te zien schijnen ze ook figuurlijk niet veel aan hu hoofd te hebben). We fotograferen links en rechts, in een toenemend versneld tempo... het Oosten stormt als een waterval op ons af.

Wat Benchamabophit

Wat Benchamabophit

De bus leidt ons verder door Bangkok, naar de Wat Benchamabophit ofwel de Marmeren Tempel met gouden daktegels, in Khmerstijl gebouwd. Ais we de airconditioned bus uitstappen valt de hitte als een muur op ons. Ook dit is een enorm complex; in het centrum zit Boeddha ondoorgrondelijk te kijken onder de takken van de Boom waar hij volgens de legende voor de regen behoed werd. In de galerijen rondom staan rijen bronzen Boeddha beelden in allerlei houdingen.

Op zachte tapijten lopen we eerbiedig alle kostbaarheden te bewonderen. De vijvers rond het gebouw zitten vol karpers en modder vette meervallen. Oranje monniken lopen te lanterfanten langs de paden.

Drukkend heet

Thaise taxi in Bangkok Het is drukkend heet. Als we teruggaan breekt de bui los, maar dan rijden we alweer. Het verkeer lijkt hier levensgevaarlijk, elke auto schijnt er z'n eigen regels op na te houden.
Open taxi's, vrachtwagentjes waarin kinderen naar school worden vervoerd, als een soort dependance van de buslijn, en veel, heel veel opstoppingen. Chinatown, de chinese wijk, nauwelijks tijd om er iets van te zien. Wanna doet haar best, wijst alle belangrijke gebouwen aan in deze wriemelende oosterse gemeenschap. Haar gehoor is zoetjesaan ietwat duf geworden van de vermoeiende vliegtocht, veel respons krijgt ze niet meer. Hier en daar een knikkebollend hoofd...

Om 6 uur draait de bus de oprit van Narai Hotel in en we duiken weer in een warm stoombad; maar achter de hoteldeuren is het heerlijk koel. Eindelijk gelegenheid voor opfrissertje en een uurtje slaap. En als we niet gewekt zouden zijn, dan sliepen we nu nog. Aantreden weer, de bus wacht en brengt ons naar Piman Restaurant. Thaise dansen inbegrepen.

Piman Restaurant

Het heeft inmiddels zo gegoten dat de straten compleet blank staan. Auto's spatten fonteinen van water op, hele trottoirs staan onder. Een komisch gezicht dat waterballet. Het schijnt heel gewoon te zijn deze tijd van het jaar, niemand die er zich druk over maakt behalve wij - vreemdelingen.

In het donker rijden we door een druk stadsdeel naar het restaurant. Het binnenkomen vereist enig gegoochel met plankiertjes om de gasten niet met druipnatte voeten binnen te loodsen. Hier moeten niet de jassen in garderobe gehangen worden, maar de schoenen. Ze worden in een hoekje op de grond gedeponeerd waar we een officieel bonnetje voor krijgen. Verscheidene schoenhopen sieren de vloer.

De lange tafel is heel laag, we "zitten op de grond aan", maar de benen vinden gelukkig een uitweg in een uitgespaarde ruimte onder de tafel. Gelukkig voor de vele langbenigen in ons gezelschap. Enkele kaarsjes verlichten de prachtige massieve zwarthouten tafel. Een keur van kleine schaaltjes wordt om de borden heen gedrapeerd, ieder zijn eigen portie rijst met hartige hapjes. Dienstertjes lopen geruisloos af en aan en knielen bij ons neer om nieuwe gerechten te brengen. 't is heerlijk, heel speciaal eten en de hele sfeer heeft iets geheimzinnigs.

Dansen

Thaise Danseres

Dan komen de dansen, die eerst in volmaakt Engels en Frans en minder volmaakt Italiaans worden uitgelegd. Vooral de handbewegingen drukken veel uit: alle emoties van liefde, haat, vreugde of verdriet. We genieten van de volmaakte elegance, de knappe gezichtjes van de tere danseresjes, de rijke kledij en - natuurlijk - van die handbewegingen. Die handen hebben hun eigen leven in hun onnavolgbare gratie. Het is alsof ze kogelgewrichten in hun slanke vingers hebben.

Afgelopen. Het laatste nummer is een moderne dans, grappig wel, maar in mijn ogen doet het afbreuk aan het geheel. Met handig gemanoeuvreer rijden de diverse bussen weer voor. Bediendes op blote voeten waden door het water en dragen planken aan. Alle schoenen zijn weer aan de voeten van hun bezitters, de toch ietwat glibberige plankiertjes "genomen" en we zetten koers naar het Narai Hotel.

PID: 1004 CLT: 0.001 LMD: 2013-Aug-17


Updated 2006 April 3